-
1 naar voren dringen
naar voren dringenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar voren dringen
-
2 dringen
♦voorbeelden:1 hij drong door de menigte heen • he pushed/elbowed/forced his way through the crowdde menigte drong de zaal in/uit • the crowd pushed its way into/out of the hallnaar voren dringen • push forwardhet zal wel dringen worden om een goede plaats • we'll probably have to fight for a good seatde zaak dringt nogal • the matter is rather urgentII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 drängen
drängen3 aandringen, aansporen♦voorbeelden:zum Aufbruch drängen • aansporen om te vertrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:jemanden in die Defensive drängen • iemand tot het defensief dwingenzur Seite drängen • aan de kant duwen♦voorbeelden:sich durch die Menge drängen • naar voren dringenIV 〈 onpersoonlijk werkwoord〉 -
4 opdringen
1 [naar voren dringen] s'avancer♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [opleggen] imposer (qc. à qn.)♦voorbeelden:1 eten opdringen • insister pour qu'on mange (qc.)III 〈wederkerend werkwoord; zich opdringen〉1 [m.b.t. personen, gedachten] s'imposer (à qn.)♦voorbeelden: -
5 vordrängen
vordrängen1 naar voren dringen, opdringen -
6 opdringen
1 [naar voren dringen] push/press forward; press/push on 〈 verder〉♦voorbeelden:de geallieerden drongen op naar Arnhem • the Allied Forces pressed/pushed on to ArnhemII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [opleggen] force/press (on/upon) ⇒ 〈raad/mening ook〉 intrude/impose (on/upon)♦voorbeelden:1 iemand een drankje opdringen • press/urge a drink on someoneiemand zijn overtuiging opdringen • impose/urge one's conviction (up)on someonedat werd ons opgedrongen • that was forced on usIII 〈wederkerend werkwoord; zich opdringen〉1 [met betrekking tot gedachten] force oneself (on) ⇒ urge/obtrude oneself (on/upon)2 [met betrekking tot personen] force oneself (on/upon) ⇒ impose oneself/one's company (on/upon)♦voorbeelden:1 de vergelijking met zijn vader dringt zich aan ons op • a comparison with his father forces itself upon ushij heeft zich aan haar opgedrongen • he imposed himself (up)on her -
7 sich durch die Menge drängen
sich durch die Menge drängenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich durch die Menge drängen
-
8 push
n. druk; compressie; aanval; initiatief; hulp--------v. duwen; wegduwen; drukken; initiatief nemen; hasjiesj verkopenpush1[ poesj]1 duw ⇒ stoot, zet, ruk♦voorbeelden:〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 at a push • als het echt nodig is, in geval van nood2 druk ⇒ nood, crisis♦voorbeelden:1 to get a job like that you need a lot of push • om zo'n baan te krijgen moet je heel wat aankunnen2 if/when it comes/came to the push • als het erop aankomt/aankwam————————push21 duwen ⇒ stoten, schuiven, dringen2 vorderingen maken ⇒ vooruitgaan, doorgaan, verder gaan3 zich (uitermate) inspannen ⇒ doorzettingsvermogen/ondernemingslust hebben♦voorbeelden:2 push ahead/along/forward/on • (rustig) doorgaan/verder gaanpush by/past someone • iemand voorbijdringenpush ahead/along/forward/on with • vooruitgang boeken/opschieten metII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 stimuleren ⇒ bevorderen, promoten, voorthelpen, pushen3 druk uitoefenen op ⇒ lastig vallen, aandringen bij♦voorbeelden:1 push the button • op de knop/bel drukkenpush the car • de auto aanduwenpush a door open • een deur openduwenhe pushes the matter too far • hij drijft de zaak te ver doordon't push your sister to take that decision • zet je zus niet aan tot dat besluitpush one's way through a crowd • zich een weg banen door een menigteI pushed myself to do it • ik dwong mezelf het te doen〈informeel; figuurlijk〉 push someone about/around • iemand ruw/slecht behandelen; iemand commanderen, iemand met minachting behandelenthey pushed our work aside • ze schoven ons werk terzijde; 〈 figuurlijk〉 ze gaven ons werk geen kanspush back one's hair • zijn haar naar achteren strijkenpush back the enemy • de vijand terugdringenhe was pushed down • hij werd ondergeduwdpush oneself forward • zich op de voorgrond dringenpush someone forward as a candidate • iemand als kandidaat naar voren schuivenpush over a lady • een dame omverlopenpush over a table • een tafel omgooienthat pushed prices up • dat joeg de prijzen omhoogpush someone into action • iemand tot actie dwingenthe disaster pushed all other news off the front pages • de ramp verdrong al het andere nieuws van de voorpagina'spush one's work onto someone else • zijn werk op iemand anders afschuiven/aan iemand anders opdringenshe pushed him to the verge of suicide • ze dreef hem bijna tot zelfmoordpush oneself • zichzelf promoten, zichzelf weten te verkopen3 don't push your luck (too far)! • stel je geluk niet te veel op de proef!he is pushed (for time/money) • hij heeft bijna geen tijd/geld, hij zit krap (in zijn tijd/geld)he pushed me for money • hij probeerde geld van mij los te krijgen¶ push home • uitvoeren, toedienen, krachtig ondernemen/uiteenzettenthe attack was pushed home with considerable force • de aanval werd met veel kracht uitgevoerd
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский